VERSLAG: So What's Next? 2014

VERSLAG: Jasper Klomp  

So What's Next? viert de veelzijdigheid van jazz

Je hoort het vaak: een festival openen is lastig. Het publiek – in hoeverre dat al aanwezig is – moet er nog inkomen, munten kopen en het programmaboekje bestuderen. So What’s Next? opener Typhoon bewijst dat dit geen ijzeren wet is.

In de grootste zaal van het Eindhovense Muziekgebouw Frits Philips rijgt Glenn de Randamie namelijk zijn Lobi Da Basi krakers aan elkaar. Typhoon is er een goed voorbeeld van dat jazzfestivals terecht verder kijken dan pure jazz. De mix van hiphop, jazz en in ‘IJswater’ zelfs een stevige portie rock-’n-roll, zorgt al vóór 18.00 uur voor een dansende, op momenten bijna extatische massa. Naast De Randamie staan er tien topmuzikanten op het podium. Nederland heeft zijn eigen The Roots, waarvan drummer Eddy Addai de gangmaker is. In al zijn enthousiasme moet één van zijn bekkens het aan het einde van ‘IJswater’ ontgelden. Typhoon staat voortdurend met zijn tanden ontbloot te grijnzen bij de solo’s van zijn bandleden. De blazerssectie laat het geheel spetteren en in ‘Ochtend Weer’ slaagt dit trio erin om op subtiele wijze de regie steeds meer naar zich toe te trekken. Typhoon had als afsluiter ook niet misstaan.

Tussen de grote vissen door is er tijd om te ontdekken. De Nederlandse saxofonist Lars Dietrich brengt zijn technische vernuft ten gehore, maar weet daarmee niet te beklijven. Het gebruik van elektronica doet geforceerd aan en het helpt niet mee dat Gideon van Gelder en Jamie Peet, die het trio complementeren, voortdurend naar bladmuziek zitten te turen. Becca Stevens doet het beter. De intelligente folkliedjes met jazzinvloeden steken knap in elkaar en haar zang is goed verzorgd. Het kleine podium waar ze op speelt is in haar nadeel. Geroezemoes, onder meer afkomstig van het even verderop gelegen cateringgedeelte, steekt meermaals de kop op.

In een stuk minder drukke zaal dan Typhoon eerder aantrof, staat de opstelling voor Bugge Wesseltoft, Henrik Schwarz en Dan Berglund klaar; een hoop toetsen en een uitgebreide draaitafel. Het trio maakt muziek die het best omschreven kan worden als technojazz. Wesseltofts schitterende pianospel krijgt ondersteuning van de ingehouden deep house van Schwarz en Berglunds vaak zware baspartijen. Het is niet aan iedereen besteed, getuige de steeds leger rakende zaal, maar wat een muzikale brille leggen deze heren op de planken. Climaxen blijven uit, of het moet de laatste, iets lossere compositie zijn. Los is de sfeer overigens voortdurend. Experimenteren levert verrassingen op en de heren erkennen elkaars kwaliteiten op die momenten door naar elkaar te glimlachen. Sterk optreden.

Er heerst een soort opwinding rond de ingang van de zaal waar Ibrahim Maalouf optreedt. Door de ophoping van mensen voor de nog gesloten deuren stijgt de temperatuur; een goede voorbereiding op de broeierige Arabische sfeer van Maaloufs muziek. De Libanees bespeelt een door zijn vader vervaardigde trompet met een extra ventiel, dat hem in staat stelt om de in Arabische muziek veel voorkomende kwartnoten te spelen. Maaloufs optreden is alsof je op een drukke markt in het Midden-Oosten staat. Er gebeurt vanalles om je heen, sterke geuren en smaken dringen om een plek. Maalouf is de marktmeester: hij zweept zijn bandleden op, is de vraagsteller bij de vraag-en-antwoord passages met de drie andere trompettisten. Hij geeft zijn bandleden de ruimte om te excelleren en dit verschaft het optreden een sterke dynamiek. Ontroeren kan hij ook: ‘True Sorry’ is een korte vlucht van de markt naar een kille plek. Tijdens het laatste gedeelte volgen sterke solo’s van de flink bebaarde bassist en de drummer. Maalouf, maar vooral de drie andere trompettisten, dansen aan de zijkant van het podium alsof hun leven ervan afhangt. Het feest is compleet als er een doedelzak aan te pas komt. Alles wat Maalouf doet slaagt sinds het uitbrengen van Illusions. Dit is één van de sterren van de hedendaagse jazz.

Overtuigen na deze pracht is lastig, maar Robert Glasper Experiment doet het, zij het niet geheel onverwacht. Glaspers sterke spel is inmiddels geruime tijd bekend, met zijn Black Radio albums sloeg hij een nieuwe weg in. Jazz en hiphop beats smelten samen. Mensen die van vocoders gruwen hebben een zware dobber aan Robert Glasper Experiment zonder de gastartiesten van de albums, maar het veelal gladde geluid van Casey Benjamin heeft wel wat. Zeker omdat Benjamins verschijning – rode streep in het haar en vaak ontblote tanden – een visueel extraatje is. Onder meer ‘Lovely Day’, bekend van Bill Withers, en ‘Smells Like Teen Spirit’ gaan door de mangel. Robert Glasper Experiment is het zoveelste voorbeeld van de ijzersterke line-up die So What’s Next? dit jaar had. De keuze voor artiesten die aan het begin, of in ieder geval nog lang niet aan het einde, van hun loopbaan zitten, zorgt voor optimisme. Jazz is nog altijd volop in ontwikkeling.

 
festival logo

LONDON CALLING #2 2014Met in het verleden artiesten als The Kooks, Franz Ferdinand, London Grammar,...

festival logo

WOOT! WOOT! WOOLF 2014 Afgelopen weekend werden een voormalig koetshuis en een landhuis, in de...