RECENSIE: Tim O'Brien - Chameleon

Tim O’Brien – Chameleon
2008-05-25 Voor u allen die op zoek zijn naar de laatste hype in muziekland, de nieuwe next big thing, of een uberhippe singer/songwriter, u mag nu stoppen met lezen. Voor u allen die verder willen kijken dan wat hip is en ook eigenlijk juist geïnteresseerd zijn in wat niet hip is, blijf vooral lezen. Tim O’Brien is de naam en al vele jaren maakt deze antiheld en multi-instrumentalist (type kantoorklerk met een nerdy brilletje en spijkerblouse) albums die diepgeworteld zijn in de Amerikaanse rootsmuziek. Dat leverde hem al eens een grammy award op en voor de echte liefhebber van traditionele Americana, bluegrass en folk is het dan ook genieten geblazen. Op Chameleon zijn alle songs uitgekleed tot het minimale en elke song is het alleen O’Brien met gitaar, bouzouki, banjo of fiddle. Americana in gestripte vorm, dat betekent 16 nummers lang een rondreis door de oergenres van de Amerikaanse muziek, met gedachtes aan Woody Guthrie, Hank Williams en andere grootheden uit de Amerikaanse rootsmuziek.

U bent dus nog steeds niet afgehaakt. Dat siert u, want eigenlijk zou iedereen die dweept met weer een nieuwe en vooral hippe band uit Engeland, Canada, Amerika of waar dan ook vandaan, zich van een tijdloos tegengif moeten voorzien, in de vorm van een kwaliteitsdosis rootsmuziek. Dit is namelijk waar veel van de hedendaagse (ook hippe) muziek van is afgeleid. Genoeg moralistisch gezever. Chameleon is naast de sobere muzikale inkleuring (telkens slechts één instrument per nummer), ook sober tot stand gekomen. O’Brien nam de nummers in een zucht en een wind op in de garage van producer Gary Paczosa. Een aantal vintage snaarinstrumenten werden verzameld, een Martin gitaar uit 1937 of een fiddle uit 1924 (bij ieder nummer staat vermeld met welk instrument het nummer is ingespeeld) en O’Brien kon zijn gang gaan.

O’Brien blijkt met elk snaarinstrument even goed uit de weg te kunnen, of hij nu bluegrass speelt met behulp van de banjo op ‘World Of Trouble’ of de folk speelt en hij zichzelf begeleidt op fiddle in ‘Safe In Your Arms, het is allemaal even smaakvol. Een dergelijk minimalistische aanpak valt of staat bij de kwaliteit van de songs, kwaliteit van het gitaar-, banjo-, fiddle of bouzoukispel en de stem van de uitvoerende. Zijn snarenspel is sowieso dik in orde, het grootste deel van de songs zijn simpel maar onderhoudend en zijn stem past prima bij deze muziek. Het zijn ook allemaal eigen songs, waar veel collega’s van O’Brien in dit genre nogal eens teruggrijpen naar oude traditionals, schrijft O’Brien gewoon zelf 16 songs.

Het schijnbare gemak waamee O’Brien weer dit album heeft gemaakt doet niets af aan de kwaliteit ervan. Slechts een enkele keer pakt de minimalistische benadering van één instrument per nummer niet heel goed uit. Zo is het door de mandoline voortgedreven ‘Get Out There And Dance’ niet heel sterk, omdat de mandoline zich ook niet echt goed leent om als solo-instrument in te zetten en beter tot zijn recht komt in een bredere bezetting. En het moet toegegeven worden, ook een banjo en fiddle komen dan beter tot hun recht. Zo kan het ook zijn dat de nummers met akoestische gitaar de sterkste nummers zijn op het album en dat de meeste banjo, fiddle en mandoline nummers (gelukkig een minderheid) iets lijken te missen. De purist en Americana liefhebber kan hoe dan ook zijn hartje ophalen met Chameleon. Pretentieloos, simpel en diepgeworteld in de Amerikaanse muziektraditie.
Recensent:Rob Mestrom Artiest:Tim O'Brien Label:Proper American Records
ROOM 2012 – Elevator

Room 2012 - ElevatorNiet alleen Nederland is de laatste jaren overspoeld met verschillende...

Emily Jane White – Dark Undercoat

Emily Jane White - Dark Undercoat Zo nu en dan word je op muzikaal gebied nog eens echt blij verrast, door iets...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT