RECENSIE: Rideau - Rideau

Rideau
2016-04-27 “Find yourself a quite place to relax. Now close your eyes, take a long deep breath in through your nose”. Met een zoet, hypnotiserend stemgeluid wordt de luisteraar gecommandeerd om te ontspannen. Dit wordt ondersteund door een net zo zweverige deuntje op de achtergrond, zodat je volledig in trance raakt voordat de pleuris uitbreekt met de eerste track. Het is een aardige geste van de mannen, die er zo voor zorgen dat je ontspannen aan je dagelijkse portie rock ’n roll kunt beginnen. Ware het niet dat de Zweedse formatie Rideau niet zo alledaags is als het op het eerste gehoor lijkt. De eerste track ‘Ecstasy’ van het debuutalbum Rideau zorgt er al meteen voor dat je je definitie over dit genre mag aanpassen.

Zelf geven ze aan een mix te zijn van The Hives, Refused, The Bronx en zelfs gedeeltelijk Kvelertak. Deze invloeden zijn inderdaad te plaatsen, maar voor de Nederlandse fans is er één vergelijking heel duidelijk. Dat is die met John Coffey. Rideau (wat overigens Frans voor ‘gordijn’ is) levert recht-toe-recht-aan rock ’n roll, maar voegt daar een hoop elementen aan toe, waardoor ze toch boven de grijze massa weten uit te steken. Mocht bijvoorbeeld een nummer de neiging krijgen om eentonig te worden, dan gooien ze er plotsklaps een breakdown in, zoals ze bij ‘Bloodshot’ doen. Willen ze eens een andere solo dan de gebruikelijke gitaarsolo, dan komt er ook een saxofoon aan bod. Ze gaan een lekkere mix aan tussen (southern) rock, punk en metal en zelfs nog meer. Net als John Coffey eigenlijk, doen ze gewoon lekker wat ze zelf willen.

Toch is deze machine net wat beter geolied, wat meer gestroomlijnd, beter te volgen en bovenal zuiverder geproduceerd. Niets tegen John Coffey, want anderzijds is dat ook wel de charme van Neerlands beste biervangers. De gitaarriffs van Rideau kunnen glad, zweverig en opbouwend zijn, maar ook gevaarlijk puntig en hoekig. Vocaal doet het overigens sterk denken aan Wade McNeill, de meest recente zanger van Gallows. Frontman Gabriel Oberg heeft een lekker rauw randje in zijn stem, waarmee hij behoorlijk uit kan halen zoal hij bijvoorbeeld doet op ‘Stand Still’. Een knaller van een track ontmoeten we met ‘No Air, No Food, No Luck’, die vooral aanstekelijk is door zijn basloopje met een bijpassend loopje op gitaar.

Rustigere momenten kenmerken zich door zweverige passages als ‘Dvala’ of bridges in bijvoorbeeld ‘I Guess It’s So’, of een langzamer tempo zoals in ‘Mayday’. Of anders wel een slidegitaar in de intro van ‘Reverend Bob’. Meest opmerkelijke track is afsluiter ‘December’, een tien minuten durende punkrockepos, tevens voorzien van een saxofoonsolo. Rideau doet niet aan hokjes denken, maar breekt hier lekker uit en gaat met de grenzen aan de haal. Het debuutalbum van Rideau heeft voor iedere liefhebber van harde gitaarmuziek wel iets te bieden, staat niet toe te gaan vervelen en zweept je op vanuit iedere gemoedstoestand, ongeacht of die ontspannen is of niet.
Recensent:Roy Verhaegh Artiest:Rideau Label:Pirate Smile
Cover Grimner - Frost Mot Eld

Grimner - Frost Mot EldViking Metal, het is een tamelijk specifiek genre voor diegenen die graag...

Cover The Enid - Dust

The Enid - Dust Klassiek aandoende muziek als een kruising tussen ‘Carmina Burana ‘ van Carl...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT