VERSLAG: Pinkpop 2010

Festivalinfo was aanwezig op Pinkpop 2010 voor een verslag in woord en beeld. Bekijk hier de 125 foto's.

VERSLAG: Nick Augusteijn   Marco Smeets   Janske van den Broek  

123

Dag 2

Moke & metropole orkest

We zijn alweer aanbeland bij de tweede dag van het festival op de voormalige draf- en renbaan in Landgraaf. Na het welkomstwoord van Jan Smeets, Giel Beelen en Eric Corton, is de eer aan Moke om de dag te openen. In tegenstelling tot in 2008 hebben ze nu het Metropole Orkest meegenomen als versterking. Het hoofdpodium is zodoende drukbezet met de 65 Nederlandse professionele pop- en jazzmuzikanten waaruit het orksest bestaat. Voor een openingsact van een Pinkpop dag is het gezellig druk. Wel is het is eeuwig zonde dat Moke het orkest niet meer speelruimte geeft. Bovendien is het orkest op het veld nauwelijks te horen. Vermoedelijk komt het samenspel tussen band en orkest beter tot zijn recht bij het terugkijken van de televisieopnames. Maar dan dringt de vraag zich op wat de toegevoegde waarde van het orkest is. En waarom worden wij toegesproken in het Engels in plaats van het Nederlands? Verder is er niks op aan te merken, het optreden is een degelijk, professioneel en het merendeel van het publiek geniet. (MS)

Everything Everything

Een bijzondere nieuwkomer is Everything Everything. Deze Britse rockband heeft het goed voor elkaar, ze staan namelijk op Pinkpop zonder ook maar één volwaardig studioalbum opgenomen te hebben.
De tent is redelijk gevuld en de zanger laat weten dat hij hier blij mee is. De vier mannen maken veel gebruik van synthesizers en we krijgen een mix van zowel rustige als uptempo nummers voorgeschoteld. Het zijn de snellere nummers die beter in het gehoor liggen, maar de langzame nummers laten ons heerlijk dagdromen. De zangstem van Johathan stelt niet veel voor, zijn hoge tonen kunnen zelfs irritatie opwekken. Het is mede hierdoor dat er meer mensen de tent uit gaan dan er binnen komen. De kracht van deze band schuilt voornamelijk in de opzwepende refreinen bij de uptempo nummers zoals ‘Schoolin’’. Waarschijnlijk komt de band beter tot haar recht op de intiemere poppodia. (MS)

Ryan Shaw

Vanwege verschuivingen in het programma mocht de Amerikaan Ryan Shaw opeens zijn opwachting maken op Pinkpop. Het kan soms snel gaan; zo sta je in de Eindhovense Effenaar, en voor je er erg in hebt sta je voor een massa mensen op 's lands oudste festival. Volgens Giel Beelen, die de beste man aankondigt, is Shaw een klein verlegen mannetje, dat dus een hartelijk welkom nodig heeft. Maar, zo voegt Beelen er aan toe, wacht maar tot de man gaat zingen. Dat schept dus de nodige verwachtingen.
Voor het zover is, is het de beurt aan de bandleden om te schitteren. De bassist trapt af met een moddervet funkriff, aangevuld met de strakke beat van de drummer. Tot slot voegt de gitarist zich bij het tweetal. Als er een wedstrijdje gitaarspelen gehouden zou worden, dan ligt de lat direct hoog, heel erg hoor. Daar kunnen gerenommeerde gitaarhelden als Slash en John Mayer zomaar hun tanden op stuk bijten. Nadat de heren even hebben kunnen vlammen, betreedt Ryan Shaw het podium. Zonder poespas welteverstaan, want hij laat zijn zangkunsten het werk doen. En zingen kan hij. Shaw is zo'n typisch voorbeeld van een zwarte Amerikaan, die al op jonge leeftijd in de kerk zong, en het nu tot de grote festivals ter aarde heeft geschopt. In Nederland kan hij bijvoorbeeld terugvallen op de uiterst succesvolle single 'It Gets Better', dat dan ook op een warm onthaal kan rekenen.
De muziek verschilt zo ongeveer per nummer en houdt midden tussen Funk, blues, voorzien van een vleugje gospel. Dat laatste hoor je vooral terug in de teksten. Een hoop mensen laten zich het welgevallen, want de muziek past uitstekend bij de fantastische weersomstandigheden. Ontspannen luistert de menigte naar de al even ontspannen ogende Shaw en zijn band. Het publiek en band lijken elkaar helemaal gevonden te hebben; liefde zonder grote gebaren. (NA)

Destine

Het jeugdig enthousiasme van Destine werkt aanstekelijk. Na Lowlands en Noorderslag gaat vanmiddag ook Pinkpop voor de bijl. De zon schijnt en de catchy emo-poppunk gaat er in als zoete koek. De kids vinden het prachtig en zelfs de zichzelf respecterende rocker, die misschien voor Triggerfinger naar het Noordpodium was gelopen, betrapt zich er op af en toe een refreintje mee te neuriën. Hoewel je cynisch kan doen over de gladheid en poses van Destine, is dit gewoon een (commercieel) succes. (RvdZ)

C-mon & Kypski

Een kleine tien minuten later dan voorzien komt het illustere duo, C-mon & Kypski dan toch het podium op gedarteld, want ze hebben alle reden om vrolijk te zijn. Niet alleen gaat het hen voor de wind, maar ook omdat ze op het hoofdpodium een enorme mensenmassa voor zich zien. Simon Akkermans is er helemaal van onder de indruk.
Zoals wel vaker op het hoofdpodium, laten bands geen mogelijkheid onbenut om alles uit de kast te halen. Ook C-mon & Kypski pakken groots uit. Zo delen ze het podium met een veelkoppige band. Tussen de blazers zien we een bekend gezicht, te weten dat van Kyteman, die vorig jaar met zijn Hip Hop Orchestra de tent volledig plat speelde.
Opvallend om te zien is dat er speciale graphics voor de grote TV schermen zijn. En daar blijft het niet bij, twee in een rode pakken gestoken helpers dragen een speciaal groen scherm over het podium, waardoor er op de TV schermen allerlei projecties mogelijk zijn. Het verloopt niet direct vlekkeloos, maar uiteindelijk heeft de regie het onder de knie.
Voor hun grote hit 'Make my Day' zien we Pete Philly op het podium, die het publiek nog even extra opvrolijkt. Niet dat daar een noodzaak toe was, in tegendeel. Met de opzwepende beats van C-Mon & Kypski weet iedereen wel raad. Tenzij je een beetje aan de zijkant van het podium staat, want door de verlate aanvang is er nogal wat hinderlijke geluisoverlast vanuit de tent. Dat weerhoudt gelukkig niemand ervan het feest tot het einde toe mee te maken. (NA)

Kitty, Daisy & Lewis

Het Britse drietal Kitty, Daisy & Lewislijkt zo van een filmset gelopen, zo authentiek zien ze eruit, tot op de kleding en de instrumentaria aan toe. De jongelingen, de oudste van de drie, Daisy, is pas 21 jaar, hebben een voorliefde voor de muziek uit de jaren veertig en vijftig. En daar blijft het niet bij. Zo heeft Lewis een thuisstudio gebouwd, compleet voorzien van opname apparatuur uit diezelfde tijd. Het zijn dergelijke elementen die de nieuwsgierigheid van een groot aantal mensen gewekt hebben, en die vervolgens braaf naar het Converse stage gekomen zijn.
Ze worden getrakteerd op een a-capella intro van de dames Kitty en Daisy, waarna ook de andere drie muzikanten het podium betreden, waaronder 'Lewis', strak in het pak gestoken en zijn gitaar hoog op de borst. Een contrabas maakt het geheel compleet.
Ondanks die toevoegingen klinkt de muziek nog altijd zo retro als maar kan, waarop iedereen spontaan begint te swingen, net als in een film uit de jaren vijftig. Aan die ver doorgevoerde nostalgie kleven echter ook nadelen. Dergelijke oude instrumenten klinken soms zo anders, dat ze lastig uit te versterken en te mixen zijn. Het is dan ook een merkwaardig soort geluid dat de tent vult.
Per nummer wisselt de bezetting, zo lijkt het. Het trio wisselt zang, gitaar en piano af, waar ze overigens alle drie even bedreven in zijn. Maar ook een mondharmonica en een keur aan snaarinstrumenten komt voorbij. Zo op drie kwart van de show wordt er zelfs een trompettist aan de bezetting toegevoegd.
het publiek vindt het allemaal prachtig, maar blijft niet plakken. Daar staat tegenover dat er genoeg inloop is, waardoor het amper opvalt dat er veel mensen vertrekken. Dit doen ze overigens niet uit onvrede, maar puur omdat het voor vele net even een te ver van hun bed show is. Kitty, Daisy & Lewis is typisch zo'n band waarbij het leuk is om in en uit te lopen.
De mensen die het hele optreden uitzitten, zien het trio het slot van hun optreden tot vervelens toe oprekken, waardoor bij het uitsterven van de laatste noten de heren van mando Diao al begonnen zijn. (NA)

Mando Diao

Vorig jaar waren ze ook al van de partij, de Zweedse heren van Mando Diao, maar na het scoren van de monsterhit 'Dance With Somebody', was het bijna onvermijdelijk dat ze dit jaar andermaal op Pinkpop zouden staan. Met een plekje op het hoofdpodum krijgen ze loon naar werken.
De band begint fel, maar de show opening valt toch een klein beetje tegen, aangezien niet alles lijkt te functioneren. Zo is zanger Bjorn Dixgard onverstaanbaar en lijkt ook zijn gitaar nog niet uitversterkt. Op zo'n moment helpt het ook niet dat er nog het nodige lawaai uit de tent komt. Het is niet voor het eerst vandaag dat er sprake is van overlap. Ondanks die aanloop problemen zet de band zich voor de volle honderd procent in, en dat werkt bijzonder aanstekelijk. Echt vlammen wil het echter nog niet.
De nummers komen in hoog tempo voorbij, waarbij het publiek braaf zijn of haar dansje doet. Pas na een aantal nummers neemt Gustaf Noren de tijd om de mensen nog te bedanken voor het geweldige optreden van vorig jaar, waarna ze een fraaie Chuck Berry cover ten gehore brengen. Het is tegelijkertijd een van de beste nummers uit de set. Dat wil overigens niet zeggen dat het het eigen materiaal aan kwaliteit ontbreekt, in tegendeel. De cover komt eenvoudigweg op een mooi moment in de setlist, die ook voor het overige deel goed is opgebouwd. Kortom, het optreden van Mando Diao is typisch show die niet de boeken in zal gaan als legendarisch, maar die daarentegen ook geen seconde verveelde. Maar ja, wat wil je ook met zo'n als 'Dance With Somebody' in je repertoire. (NA)

Biffy Clyro

Wie de drie Schotten van Biffy Clyro wel eens aan het werk heeft gezien, weet dat met hen niet te spotten valt. Zodoende is het introdeuntje van de band dan ook op zijn zachts gezegd merkwaardig te noemen. 'Down To The River To Pray' van bluegrass legende Alison Krauss is niet bepaald het nummer dat je zou verwachten als aankondiging van wat een wervelende rockshow beloofd te worden.
Terwijl het nummer op zjin einde loopt, verschijnen de drie heren in beeld, uiteraard met ontbloot bovenlijf, onderweg naar het podium. Voor de gelegenheid is een gastgitarist aanwezig. Deze heeft zijn shirt netjes aangehouden,verschil moet er immers wezen.
De band opent met ‘That Golden Rule, dat op een warm welkom kan rekenen. Het is bijna alsof het publiek snakte naar stevige rockmuziek. Zanger en gitarist Simon Neil gaat daarbij op de voor hem zo kenmerkende manier tekeer, waarbij hij bijvoorbeeld al liggend de monsterlijke riffs de weide in slingert. Een paar nummers staat hij bovenop zijn eigen versterkers, compleet met microfoon standaard.
De band speelt het niet op safe, ook het wat meer gewaagde werk, zoals ‘Living is a Problem Because Everything Dies’ wordt niet geschuwd.
Ondanks de aanwezigheid van een flink aantal fans is het niet enorm druk te noemen. Diegene die er zijn, verbazen zich nummer na nummer, veel afkomstig van de laatste twee albums, Only Revolutions en Puzzle, over het ongekende muzikale geweld dat de heren produceren, en de felheid waarmee het wordt gebracht. Daar hadden een hoop mensen niet op gerekend. Sterker nog, het publiek lijkt naarmate de show vordert een beetje murw gebeukt, wat overigens zeer te begrijpen valt. Wanneer dan eindelijk 'Many of Horrors' ingezet wordt, het nummer waarmee de band dan eindelijk ook in Nederland voet aan de grond heeft gekregen, gaat er een zucht van verlichting door de menigte, die uiteindelijk gesloopt maar tevreden weer vertrekken kan. (NA)

Editors

Ondanks dat ze pas drie albums uitgebracht hebben, kunnen de Editors een ware greatest hits show opvoeren, getuige het aantal uiterst succesvolle singles die de band de afgelopen jaren had. Maar op het sober ingerichte podium wordt afgetrapt met ‘In This Light And On This Evening’, wat niet bij heel veel mensen direct een gevoelige snaar weet te raken. De menigte staat daarom als gespannen te wachten op wat komen gaat, wetende dat het ongetwijfeld goed zal zijn. En goed wordt het, want uiteraard zijn daar de hits als ‘Munich’, ‘Bones’ en ‘An End Has A Start’.
Heel veel interactie tussen band en publiek is er niet, maar getuige de gedragingen van zanger Tom Smith, die als een gekooid circusdier rond beent, heeft de band er wel degelijk zin in, klaar om uit te breken! Daar biedt een nummer als ‘Racing Rats’ alle mogelijkheden toe, evenals ‘Smokers Outside The Hospital Doors’.
De op hun meest recente album ingezette koerswijziging pakt ook live op het podium erg goed uit. Wel is het opvallend een rockband aan het werk te zien waarvan de leden allen een kastje ter handen nemen, zoals bij ‘Bricks and Mortar’, in plaats van de traditionele snaarinstrumenten. De afsluiter van de set is, hoe kan het ook anders, de monsterhit ‘Papillon’, dit tot groot genoegen van het aanwezige publiek, die bovendien getrakteerd worden op enorme vlammen, die uit het podium de lucht in schieten, waaruit het net is gaan regenen. (NA)

John Mayer

Na een uitverkocht concert in de Heineken Music Hall in januari van dit jaar én met nog twee uitverkochte shows in het vooruitzicht, mocht John Mayer dit jaar niet ontbreken in de line-up van Pinkpop 2010. In de avondzon laat Mayer zien waarom zijn concertkaarten zo snel over de toonbank gaan. Hij is simpelweg een van de beste gitaristen van deze tijd. Tijdens een geweldige uitvoering van ‘Gravity’ legt hij zijn gitaar op de grond en speelt vervolgens doodleuk en ogenschijnlijk moeiteloos verder.
Met de nummers ‘Heartbreak Warfare’ en ‘Crossroads’ brengt hij zijn meest recente album onder de aandacht, maar het zijn toch vooral de oudere nummers, zoals ‘Waiting On The World To Change’ en ‘Bigger Than My Body’, die erg populair zijn. Kortom, het is vanavond puur genieten met Mr. Mayer en dat zal op 2 en 3 juni in de Heineken Music Hall niet anders zijn. (JvdB)

Green Day

Tijdens de ruim tweeënhalf uur durende supershow van Green Day bewijzen de Amerikanen dat ze weten hoe je een feestje kan bouwen met ruim 60.000 mensen. Het concert van vanavond vormt de aftrap van hun nieuwe tour. Alleen al daarom wordt Pinkpop voor eventjes omgedoopt tot in Greenpop. We komen ogen te kort zodra frontman Armstrong over het podium rent en verschillende malen zijn fans het podium opvraagt, om mee te zingen. “Now we call ourselves Pink Day”, roept hij, terwijl hij vanuit het publiek een roze Pinkpop hoedje krijgt. Ook aan vuurwerk is gedacht. De voorste rij fans worden daarnaast getrakteerd op een gloeiende vuurzee, vlak voor hun neus. Zowel de oude als recente Green Day hits worden gespeeld en tot ver op het veld wordt er luid meegezongen en gesprongen. Al met al een ware afsluiter van deze tweede Pinkpop dag. (JvdB)

123

FOTOGRAFIE: Joost Doensen   Marco Smeets  

1234567891011
 foto Pinkpop 2010 Epica foto Pinkpop 2010 Epica foto Pinkpop 2010 Epica foto Pinkpop 2010 Epica foto Pinkpop 2010 Epica foto Pinkpop 2010 Sungrazer foto Pinkpop 2010 Sungrazer foto Pinkpop 2010 Sungrazer foto Pinkpop 2010 Sungrazer foto Pinkpop 2010 Sungrazer foto Pinkpop 2010 Kasabian foto Pinkpop 2010
 
1234567891011
 
festival logo

EUROPAVOX 2010EuropaVox is een festival met nieuwe Europese muziek en een Europese boodschap.

festival logo

VLAAMSE REUZEN HOLLANDSE LEEUWEN 2010 Op 22 mei 2010 werd in 013 Tilburg voor de tweede keer het festival 'Vlaamse...