VERSLAG: Reykjavik to Rotterdam 2007

VERSLAG: Ike Breed  

Reykjavik to Rotterdam 2007

“Iceland's music industry needs to formalize and strengthen its infrastructure if it is to succeed in its efforts to export repertoire around the world. That was the message a panel of industry experts delivered to the country's fledgling music businesses during a May 2 conference,” zo begon een artikel in 2002 een artikel in de Billboard, getiteld Geography Not The Only Barrier Slowing The Export Of Iceland's Music.

Of het hier een gevolg van is weet ik niet, maar het gaat de afgelopen jaren aardig goed met de IJslandse muziek. Het Rotterdamse festival Motel Mozaique had in 2004 al een blik IJslandse artiesten opengetrokken. Daar stond ook Múm tussen, nu de grote act van de slotavond van het nieuwe festival Reykjavík to Rotterdam.

De Reykjavík to Foundation is in het leven geroepen om culturele evenementen te organiseren, een soort showcases waarop aandacht wordt besteed aan recente ontwikkelingen op cultureel gebied. Want er gebeurt een hoop op creatief vlak op dat verre eiland. Zeker als je bedenkt dat er maar zo’n 300.000 wonen op dat afgedreven stukje Europa. Ter vergelijking: dat zijn er net iets meer dan in de stad Utrecht.

Naast Reykjavík to Rotterdam, zullen in mei ook Reykjavík to Copenhagen en Reykjavík to Berlin plaatsvinden. Tegelijkertijd en met ongeveer dezelfde programmering. Maar nu eerst even terug naar Rotterdam. Hoe was het daar, afgelopen zaterdag?

Hoewel het culturele van dit evenement vooral neerkomt op muziek, vindt deze festivalavond niet voor niks plaats in Lantaren/Venster, een “multidisciplinair podium” met toch wel de nadruk op film. Deze avond wordt dan ook geopend met Heima, de film die Sigur Rós afgelopen zomer maakte. Bovendien worden in het cafégedeelte gedurende de hele avond korte (IJslandse) filmpjes vertoont.

Het muziekgedeelte is vervolgens verdeeld in twee delen. In de ene zaal staan Evil Madness en Ghostigital op het programma, in de andere zaal volgen Rökkuró en Múm.

Op het podium van Lantaren 2 staat een lange tafel met daarop vijf laptops en een dito aantal stoelen, waarop ook weer vijf IJslandse manspersonen plaatsnemen. Achter hen hangt een scherm, waarover met een handcamera gemaakte hebben filmpjes floepen. Het tafereel heeft iets Kraftwerk-achtigs, en de muziek die ze maken overigens ook wel. Nu en dan meer beats, soms wordt het wat melodieuzer. Het blijft een beetje een mysterie wat ze daar achter die laptopjes doen, wie precies voor welk beeld of geluidseffectje zorgt, maar aan de ingespannen gezichten te zien, zijn ze hard bezig. Hoewel de filmbeelden deels ook bewegend behang zijn, worden er leuke grapjes uitgehaald met geluidseffecten die synchroon lopen aan bepaalde scènes. Erg humoristisch is een scène bij het raam van een hotelkamer, waarbij de spanning wordt opgebouwd, met als climax: er is een sok uit het raam gevallen.

Na een korte pauze is het de beurt aan Ghostigital van ex-Sugarcubes rapper Einar Öm en DJ/producer Curver. Deze samenwerking resulteert in een album getiteld ‘In Cod We Trust’ en muziek die zich laat omschrijven als hiphop vermengd met industrial en een hoop electronica. Heftig is het. En behoorlijk overtuigend.

Ondertussen is in de andere zaal, Lantaren 1, Rökkuró al begonnen met spelen. Na het electronische geweld van Ghostigital is Rökkuró een warm bad. Rökkuró wordt in het IJslands ongeveer uitgesproken als ‘rock’n roll’, maar rock’n roll is het zeker niet. Rökkurró bespeelt - naast de meer standaard instrumenten als drums gitaren en toetsen - de cello, de accordeon, het klokkenspel en de melodica en maakt lieflijke folkachtige liedjes. Stiekem misschien wat kneuterig, maar een kneuterigheid die er voor zorgt dat je de bandleden na afloop van het optreden een aai over hun bol wil geven. Een leuke opwarmer voor Múm.

Múm heeft de afgelopen jaren een aantal bandleden vervangen, waaronder de zusjes Gyða Valtýsdóttir en Kristín Anna Valtýsdóttir. De andere twee bandleden van het eerste uur, Gunnar Örn Tynes en Örvar Þóreyjarson Smárason, vormen nu de band, aangevuld met een vijftal vrienden voor de tours en opnames van de band. Hierdoor klinkt múm iets minder sprookjesachtig betoverend, maar nog altijd blinkt het uit in mooie, lieve experimentele liedjes. Zo goed als alle bandleden zijn multi-instrumentalisten, je komt bij het aanschouwen van deze muzikanten ogen en oren te kort.

En tijd, want die laatste trein, die wacht niet. Om mezelf uren nachtnet te besparen, mis ik het laatste deel van múm. Dit zal echter niet het laatste zijn wat we van ze gehoord hebben, múm zal ongetwijfeld nog vaker terugkomen in Nederland.

Reykjavík to Rotterdam heeft laten zien dat er nog een hoop onontdekt is in het hoge, hoge noorden en dat dat ‘typische IJslandse geluid’ behoorlijk veelzijdig is.

 
festival logo

LE GUESS WHO? 2007

festival logo

CROSSING BORDER 2007 Met een combi van kunst, cultuur en heel veel muziek is Crossing Border een...