VERSLAG: Naked Song Festival 2014

VERSLAG: Jasper Klomp  

Naked Song Festival 2014

Midden in het buitenfestivalseizoen hebben de programmeurs van Naked Song Festival het Muziekgebouw Frits Philips weten vol te krijgen. Al jaren staat het niet aangeklede liedje centraal tijdens het Eindhovense festival. Deze editie staat er met Eels een grote naam op het affiche. Zo groot, dat er voor het eerst sprake is van een plusconcert. De overige artiesten bewijzen dat ze allerminst als randprogrammering dienen.

De Rotterdammer Flip Noorman verzorgt de aftrap van het programma op het dakterras. Het optreden van de zichzelf op gitaar en banjo begeleidende kleinkunstenaar schept een ongemakkelijke sfeer. Een nummer over een creep die in een bijna lege coupé net naast jou plaatsneemt, is Noorman ten voeten uit. Hij ontregelt, maar houdt zijn presentatie door veelvuldige interactie met het publiek behapbaar.

Zeven, over drie verdiepingen verdeelde podia telt Naked Song. De loopafstanden zijn kort en hebben tot gevolg dat er op deze namiddag en avond veel optredens te zien zijn. Adrian Crowley is de volgende man met gitaar die overtuigt. De in Malta geboren singer-songwriter verschaft zichzelf een volle begeleiding met zijn elektrische gitaar en legertje effectpedalen. Voortdurend laat hij zijn aanslagen lang doorklinken. In combinatie met zijn tussen kop- en borststem switchende zang levert dat een goede set op, met als één van de uitschieters ‘At The Starlight Hotel’. Veel variatie zit er niet in zijn muziek, maar met enkele anekdotes maakt hij er een prettige drie kwartier van. Crowley vertelt over de reactie van zijn zoon, toen die te horen kreeg dat zijn vader op het Naked Song Festival zou optreden. Na een ietwat pijnlijke stilte zei de zoon dat het reiskoffer waarschijnlijk niet al te zwaar zou zijn. Crowley krijgt de lachers op zijn hand, maar gaat snel verder met zijn set. Één nummer valt uit de toon, maar dat ligt niet aan Crowley. De rookmachine blijkt boven de muziek uit te komen en doet daarna gelukkig geen dienst meer.

Een ietwat vreemde eend in de bijt is Douglas Dare. De vanuit het label Erased Tapes opererende Engelsman brengt kort door de bocht gezegd een kruising tussen de muziek van James Blake en zijn labelgenoten Nils Frahm en Peter Broderick. Geen gitaar dus, wel één van de hoogtepunten van het festival. Samen met een drummer die werkelijk met zijn hele lijf – wenkbrauwen en mond schieten alle kanten uit – muziek maakt, toont Dare dat hij een blijvertje is. Het materiaal van debuutalbum Whelm is live nog veelzijdiger dan op het album. Tegendraadse ritmes, van kaal tot sprankelend variërend pianospel en de loepzuivere zang; het klopt. De gehorige stadsfoyer is niet de ideale locatie voor het duo, want de mystieke sfeer van de Utrechtse Janskerk tijdens de meest recente editie van Le Guess Who? is niet aanwezig. In de fel uitgelichte foyer blijft Dare echter zonder problemen overeind, van het solo gebrachte ‘Caroline’ tot het meer up-tempo ‘Swim’. In laatstgenoemde zit een waanzinnige opbouw, verzorgt door de drummer. Hij houdt zich eerst bezig met zijn bekkens, dan volgt de floor tom en uiteindelijk deelt hij rake klappen op zijn snare uit. Ondertussen gaat Dare mee met deze dynamiek. Wat een brok talent.

Jong en oud gaan zowel qua publiek als artiesten moeiteloos samen op Naked Song. Na het optreden van Dare betreedt John Bramwell namelijk het podium van de Kleine Zaal. De frontman van I Am Kloot heeft zijn bandgenoten bij zijn huidige tour thuisgelaten. Veel materiaal van de indieband uit Manchester passeert de revue. Bramwell imponeert met zijn vlotte babbel, maar nog meer met de kale uitvoeringen van die steengoede liedjes. De tempowisselingen tussen coupletten en refreinen in ‘Morning Rain’ zijn hemels. Net als Adrian Crowley beperkt Bramwell zich niet tot het brengen van zijn muziek. Hij slaat soms te ver door met zijn kolderieke presentatie, al creëert hij daarmee een bijzondere sfeer. Bramwells gitaar ontstemt vaak en als hij een keer moeite heeft om alles goed te laten klinken, schiet een vrouw op de eerste rij hem te hulp met haar telefoon. Buiten het stemmen blijkt de Engelsman, rechtervoet leunend op een frisdrankkrat, zichzelf prima te kunnen redden. ‘Fingerprints’ heeft zonder basgitaar en drums zelfs iets Dylanesque.

Veel soloshows en een enkel duo dus, maar er zijn ook bands te bewonderen. Mighty Oaks, een allegaartje met Berlijn als thuisbasis, is prima vermaak bij een festivalmaaltijd 2.0 (notenburger met tomatensalsa, salade met geitenkaas, pasta met scampi’s etc.). Het kwartet maakt indiepop met folk-invloeden. Frontman Ian Hooper heeft het uiterlijk van een skatepunker – lange haren, petje achterstevoren – maar blijkt een vederlicht stemgeluid te hebben. Een enkele keer gooit de drummer de beuk erin en lijkt het alsof Mumford & Sons op het podium staan. Mighty Oaks is getuige het slotnummer niet vies van klein beginnen en vervolgens groots uitpakken. Niet wereldschokkend, maar ook niet veel op aan te merken.

Diana Jones is gedroomd luistervoer voor liefhebbers van traditionele Amerikaanse folk. Voor wie minder van simpele akkoordenschema’s en nasale zang houdt, is Jan Douwe Kroeske een mogelijke reddende engel. Hij heeft zijn concept 2 Meter Sessies maar weer eens afgestoft en bezet zijn eigen hoekje op de eerste etage. Onder andere Diana Jones en Howe Gelb verzorgen hier naast hun reguliere set een kort optreden. Rond negenen betreedt John Bramwell het podium. Hij is nog steeds goed gemutst en geeft toe enkele biertjes te hebben gedronken na zijn eerste optreden. De ongedwongen sfeer is de kracht van het hoekje. Zo speelt Bramwell op verzoek ‘A Strange Arrangement Of Colour’.

Terwijl The Rolling Stones op het punt van beginnen staan in Werchter, speelt één van hun voorprogramma’s in Eindhoven. Admiral Freebee opende eerder op de dag TW Classic. Ook de Belg blijkt praatgraag te zijn. Zijn grappen zijn soms leuk, maar eigenlijk maakt hij veel te goede muziek om zoveel tijd te spenderen aan randzaken. Een donkere uitvoering van Dylans ‘Man In The Long Black Coat’ gooit hoge ogen. Het nummer past Admiral Freebee veel beter dan het lichtvoetige ‘Making Love In 2014’. Bij Admiral Freebee moet er wrijving zijn. De raspende, aan Mark Kozelek (Sun Kil Moon) doen denkende zang in ‘Bad Year For Rock ’N’ Roll’ zorgt daar bijvoorbeeld voor.

Tot slot een tip van Douglas Dare: Jonas Alaska. Deze jonge Noorse singer-songwriter laat in tegenstelling tot veel van zijn collega’s alleen zijn muziek spreken. Met zijn smalle vingers tovert hij avontuurlijke melodieën uit zijn gitaar. Bovenal is Jonas Alaska een uitstekende tekstschrijver. ‘October’ gaat op het einde van de festivaldag door merg en been. Het is zo’n kaal liedje dat de essentie van dit festival is. Dat er nog veel edities mogen volgen.

 
festival logo

GRASPOP METAL MEETING 2014 DAG 3Ook op dag 3 waren we aanwezig op Graspop. Met een uniek optreden van het...

festival logo

DOWN THE RABBIT HOLE - DAG 2 Op de tweede dag van Down The Rabbit Hole onder meer The Black Keys en...