RECENSIE: Atomic - Pet Variations

Atomic
2019-07-05 Scandinavië heeft niets te klagen over de huidige jazzscene. Sterker nog: het is niet eerder zo levendig geweest, met voor ieder wat wils, zo lijkt het. Zeker als je op zoek bent naar de muzikale grenzen van deze muzieksoort zul je het hier vinden. Om de rest van de wereld nog meer zout in de wonden te strooien is er ook nog supergroep Atomic. Deze groep is opgericht uit protest tegen de toenmalig heersende stroming die zich afzette tegen de Amerikaanse, traditionele jazz. Door middel van eigen composities baanden zij een weg vrij voor andere muzikanten, om juist toenadering te zoeken en niet de Scandinavische folkmuziek verder uit te diepen.

Op dit moment bestaat het kwintet uit twee Zweden, Magnus Broo (trumpet) en Fredrik Ljungkvist (saxofoons en klarinet) en drie Noren Håvard Wiik (piano), Ingebrigt Håker Flaten (contrabas) en Hans (drums en percussie). Sinds de oprichting in 1999 heeft er maar één bezettingswisseling plaatsgevonden: Hulbækmo, bekend van Moskus en Skadedyr, is er vanaf 2014 bijgekomen. Hij heeft er mede voor gezorgd dat het ensemble meer de alternatieve en soulvolle kant opgaat. Hun vijftiende album is hier een muzikaal getuige van.

Pet Variations heeft een status aparte: het is het eerste album waar bijna alleen maar vrije interpretaties van andere componisten op staan. Enkel de opener ‘Pet Variations/Pet Sounds’ is deels een eigen compositie van Wiik. Het is knap hoe het van een free-style jazznummer subtiel overgaat in het welbekende Beach Boys nummer van Brian Wilson. Het kwintet doet hier goed zijn best om het nummer als zodanig te laten herkennen, naast het ook nog eigentijds en alternatief te laten klinken.

Dat is ook de rode draad van dit album: minder bekende muziekstukken van modernistische componisten als Edgard Varèse’ en Olivier Messiaen, worden hier omgetoverd in nieuwe standards. Vooral op ‘Art’, vrij naar Steve Lacy, is heel duidelijk te horen hoe klassiek en jazz goed samengaan: de piano, klarinet en trompet zijn hier in volledige harmonie. Ook een aantal originele jazzstukken worden onder handen genomen, waaronder ‘Walking Woman’ van Carla Bley. Dit stuk wordt zo radicaal aangepakt, dat haar bijzondere gevoel voor humor in de klanken van piano en saxofoon muzikaal wordt uitgebeeld. Het is een complex stuk, waarbij de piano het op een gegeven moment aflegt en de contrabas het geheel weer bij elkaar weet te brengen..

Ook het jazznummer ‘Cry Want’ van Jimmy Guiffre wordt bewerkt, waarbij het respect voor het origineel overheerst en de klarinetsolo voor een verrijking hiervan zorgt. Uiteindelijk eindigt het kwintet terug in Noorwegen en wel bij ‘Karin’s Mode’ van Jan Garbarek. Dit nummer was in één keer opgenomen, zonder van tevoren gerepeteerd te hebben. De ritmesessie zorgt ervoor dat de trompet en saxofoon zo goed mogelijk bij de les blijven en niet ontsporen. Het is alleen de laat inkomende piano die ervoor zorgt dat beide solo instrumenten heel even uit de pas lopen. Het is een prachtige afsluiting van een heel ongewoon en ambitieus album.

Zelden hoor je een band die zo goed verschillende, complexe muziekstukken naar eigen hand kan zetten. Het zal nog wel tot hun volgende album duren, voordat er überhaupt maar een jazzgroep komt die dit kan evenaren. Mogen we al spreken van een klassieker?
Recensent:Hendrik Goos Artiest:Atomic Label:Pias
Cover Hunter Complex - Open Sea

Hunter Complex - Open Sea Open Sea is volledig instrumentaal. Ook op het derde album dat Lars Meijer...

Dowd

Johnny Dowd - Family Picnic Al ruim dertig jaar behoort Johnny Dowd tot de gevestigde orde van de...

ZOEKEN IN CD-RECENSIES

 

OF SELECTEER OP GENRE, ARTIEST, LABEL, RECENSENT